‘Wees je bewust
van verschillen
tussen mannen
en vrouwen’

Lynda Hardman is werkzaam bij het CWI als coördinator partnerships and transfer, lid van het MT en onderzoeker. Daarnaast is ze deeltijdhoogleraar Multimedia Discourse Interaction aan de UU en voorzitter van het bestuur Informatics Europe.

Hoe bent u in de wetenschap terechtgekomen?

‘Ik ben afgestudeerd in wiskunde en natuurkunde aan Glasgow University. Vervolgens ging ik werken bij ICL, een groot bedrijf dat besturingssystemen voor computers ontwikkelde. Ik wist daar nog niks van, maar ik vond de plek mooi en het werk uitdagend. Een paar jaar later richtte een groep collega’s een eigen bedrijf op dat software (hypertekst) ging verkopen. Ik ging mee als programmeur. Heel leuk en interessant; programmeren is een soort levende wiskunde. We hadden toen nog geen flauw idee wat de betekenis ervan was!

Mijn academische carrière in de informatica begon toen ik overstapte naar het Scottish HCI Centre. Ik deed daar onderzoek naar informatie-interfaces. Zo kwam ik in aanraking met vragen als: hoe werken wij als mensen? Hoe nemen wij informatie op? Wat doet die informatie met ons? Fascinerend en boeiend!’

Vanwaar de overstap naar het CWI?

‘Mijn man moest in Nederland zijn vervangende dienstplicht doen. Ik ben toen met hem meegegaan. Eerst bleef ik nog een tijd werken voor mijn werkgever in Edinburgh.

Ik had een plek waar ik mijn werk kon doen, eerst bij de UvA en daarna bij het CWI. Mijn baas bij het CWI heeft toen geld gevonden om me te kunnen behouden. In die tijd schreef ik mee aan een project, wat ik uiteindelijk kreeg. Er hoorde een contract bij voor vier jaar, onder de voorwaarde dat ik in die periode promoveerde. Dat lukte en ik kreeg een vaste aanstelling. Toen er wat mensen weggingen om een eigen bedrijf op te starten, werd ik groepsleider.’

Was dat de springplank naar het MT?

‘Eerlijk gezegd had ik helemaal geen ambitie om MT-lid te worden. Maar na twaalf jaar kwam er een wisseling van de wacht in het MT en toen ik om me heen keek dacht ik: ´Zou ik niet de meest geschikte kandidaat kunnen zijn?`. Ik besloot er werk van te maken. In de eerste plaats door gesprekken te voeren met mensen in de organisatie. ‘Wat vind je van mij? Wat zou je willen dat ik zou doen?’ Naar aanleiding van die gesprekken ben ik MT-lid geworden en inmiddels ben ik dat al zes jaar. Ik vind het fijn om zaken, zoals de diversiteit binnen de organisatie, te verbeteren en dat mag in het MT.

‘We hadden toen nog geen flauw idee wat de betekenis van hypertekst was.’

Het CWI is sowieso heel prettig om voor te werken. Ik heb daar altijd mijn eigen dingen kunnen doen. Eigenlijk best bijzonder; een omgeving waarin je zo vrij bent. Als je maar publiceert, dan kun je doen wat je wilt. Drie jaar na mijn promotie werd ik naast mijn werk bij het CWI deeltijdhoogleraar. Eerst bij de TU/e, vervolgens bij de UvA en sinds 2016 bij de UU. Ik hoop dat ik daar tot aan mijn pensioen blijf.’

Hebt u te maken gehad met vooroordelen?

‘Toen ik een jaar of twintig was, ben ik in Edinburgh wel eens naar een bijeenkomst van een vrouwennetwerk gegaan. Astrofysicus Jocelyn Bell gaf een toespraak. Zij deed een ontdekking waarvoor haar scriptiebegeleider de Nobelprijs ontving en niet zij. Tijdens de toespraak vermeldde ze met klem: “Er zijn vooroordelen tegen vrouwen, daar moet je echt mee oppassen”. Ik dacht: Wat een gezeur. Mijn generatie is nog jong, dat gaat allemaal veranderen. Het heeft heel lang geduurd voordat ik doorhad dat deze vooroordelen wel degelijk nog bestaan.

Soms als ik in een nieuwe omgeving kom, merk ik dat mannen niet kiezen om met mij te praten. Ik vraag me altijd af of dat komt omdat ik vrouw ben. Dat heb ik in Groot-Brittannië nooit gehad. En bij Europese bijeenkomsten ook niet. Ik merk het vooral in Nederland. Eerst dacht ik dat ik niet in de netwerken terechtkwam omdat ik uit Groot-Brittannië kwam.

Ik had hier immers niet gestudeerd en niet in de studentennetwerken gezeten. Maar achteraf gezien denk ik dat het meer is dan dat. Nu zijn we dertig jaar verder en hoor ik andere jonge vrouwen hetzelfde zeggen: ´Er zijn geen vooroordelen.´ Ik weet niet goed hoe ik aan de jongere generatie kan overbrengen dat ze er wel zijn en hoe je ermee omgaat. Toen ik jong was vond ik het ook allemaal maar onzin en zag ik het ook niet.’

Wat zou u anders doen als u het over mocht doen?

‘Misschien wat meer in mezelf geloven. Ik heb altijd het gevoel gehad dat het me kwam aanwaaien, maar dat was niet zo. Achteraf gezien realiseerde ik me niet hoe goed ik was. Op de middelbare school was ik al een van de besten, maar er waren altijd mensen nóg briljanter. Hetzelfde speelde op de universiteit. Daar was ik bij natuurkunde ook niet de beste, maar het was wel natúúrkunde. Ik besefte niet dat de studie volgen al een prestatie op zich was.’

Tip: neem een coach!

‘Toen ik in het MT begon bij het CWI, heb ik een coach in de arm genomen. Die gaf me net genoeg informatie om mijn ogen te openen; ik ging zien hoe mannen dingen aanpakken. Zelf had ik moeite om momenten te kiezen om mijn punt te maken en ik was vaak aan het interrumperen. Langzamerhand heb ik geleerd hier beter mee om te gaan.’

‘Soms als ik in een nieuwe omgeving kom, merk ik dat mannen niet kiezen om met mij te praten. Ik vraag ik me altijd af of het komt omdat ik vrouw ben.’

Lynda Hardman (September 1960, Glasgow) is sinds 2011 lid van het managementteam van het Centrum Wiskunde & Informatica. In 1998 promoveerde ze op haar onderzoek naar Modelling and Authoring Hypermedia Documents. Sinds december 2015 werkt zij als deeltijdhoogleraar aan de Universiteit Utrecht.

Title

    Er zijn nog geen reacties

Video
Delen

Uw naam

E-mail

Naam ontvanger

E-mail adres ontvanger

Uw bericht

Verstuur

Share

E-mail

Facebook

Twitter

LinkedIn

Contact

Verstuur