Om employability te stimuleren zijn de aspecten vermogen, houding, cultuur en faciliteiten belangrijk.
Om ook bij ingrijpende ontwikkelingen als automatisering, centralisering en digitalisering, inzetbaar te blijven, is het belangrijk dat medewerkers zich (blijven) ontwikkelen. Kunnen zij baat hebben bij ondersteuning met een e-portfolio als instrument om hun ontwikkeling in kaart te brengen en te stimuleren? Dat heeft het leernetwerk ‘employability’ van SoFoKleS onderzocht.
Universiteiten hebben weliswaar al veel employability-maatregelen genomen.
Toch bleek uit eerder onderzoek voor SoFoKleS (Van Vuuren & Semeijn, 2013) dat er nog veel te winnen was op het gebied van de bekendheid en het gebruik van die maatregelen, zowel door leidinggevenden als medewerkers.
Om de employability van hun ondersteunend en beheerspersoneel (OBP) te stimuleren, zijn Radboud Universiteit, Technische Universiteit Delft, Technische Universiteit Eindhoven en Open Universiteit Nederland via het leernetwerk aan de slag gegaan.
Strategische personeelsplanning (SPP) kan bijdragen aan allerlei HR-vraagstukken, zoals duurzame inzetbaarheid, loopbaanbeleid, de Participatiewet, flexibele schil, vrouwen in hogere wetenschappelijke posities en reorganisaties. Voor SoFoKleS een belangrijke reden om universiteiten te helpen de rol van SPP te versterken.
Het leernetwerk SPP van SoFoKleS richtte zich op de knelpunten die universiteiten ervaren bij het inbedden van SPP in de organisatie. De deelnemers aan het leernetwerk waren vier pionierende universiteiten: Rijksuniversiteit Groningen, Radboud Universiteit, Vrije Universiteit Amsterdam en de Technische Universiteit Eindhoven.
Een SPP-training blijkt extra effectief als daar zowel lijn- als stafmanagement aan deelnemen.
Het loont om het werkvermogen te verbeteren en een gezonde en vitale leefstijl te stimuleren.
Universiteiten organiseren wel veel losse activiteiten op het gebied van vitaliteit, maar samenhangende programma’s staan in het WO vaak nog in de kinderschoenen, zo bleek uit eerder onderzoek. De universiteiten in het leernetwerk Vitaliteit zijn (bewust) niet aan de slag gegaan met een sectoraal opgelegde aanpak of programma. Elke universiteit koos een eigen methode of aandachtspunt.
De deelnemers aan het leernetwerk hebben, onder leiding van een HR-adviseur en een wetenschappelijk deskundige, kennis en ervaring met elkaar gedeeld.
Zij ondersteunden elkaar bij het implementatietraject bij zes universiteiten: in Groningen, Wageningen, Tilburg, Utrecht, Nijmegen en Rotterdam.
Om de duurzame inzetbaarheid in het WO te bevorderen, liggen er kansen die beter benut kunnen worden, zoals:
Zo zijn vitaliteitsprogramma’s beter te onderbouwen, in te bedden en te evalueren.